Siirry sisältöön

Liite:Verbitaivutus/hollanti/zeggen

Wikisanakirjasta
Nominaalimuodot
infinitiivizeggen
partisiipin preesenszeggend
partisiipin perfektigezegd
apuverbihebben
Persoonamuodot
indikatiivi
preesens imperfekti perfekti pluskvamperfekti
pers.yks.mon. pers.yks.mon. pers.yks.mon. pers.yks.mon.
1.zegzeggen1.zegdezegden1.heb gezegdhebben gezegd1.had gezegdhadden gezegd
2.zegtzeggen2.zegdezegden2.hebt gezegdhebben gezegd2.had gezegdhadden gezegd
3.zegtzeggen3.zegdezegden3.heeft gezegdhebben gezegd3.had gezegdhadden gezegd
konjunktiivi
preesens imperfekti perfekti pluskvamperfekti
pers.yks.mon. pers.yks.mon. pers.yks.mon. pers.yks.mon.
1.zeggezeggen1.zegdezegden1.hebbe gezegdhebben gezegd1.hadde gezegdhadden gezegd
2.zeggezeggen2.zegdezegden2.hebbe gezegdhebben gezegd2.hadde gezegdhadden gezegd
3.zeggezeggen3.zegdezegden3.hebbe gezegdhebben gezegd3.hadde gezegdhadden gezegd
imperatiivi
pers.yks.mon.
2.zegzegt