Wikisanakirja:Artikkelitoiveet/Hollanti/g
G[muokkaa]
ga[muokkaa]
gaa[muokkaa]
gaanderij - gaarkeuken - gaarne
gaf[muokkaa]
gaf - gaffel - gaffelaar - gaffelbok - gaffelgetuigd - gaffelschoener - gaffeltopzeil - gaffelzeil - gaffer
gag[muokkaa]
gal[muokkaa]
galactorroe - galblaas - galeislaaf - galenisch - galerij - galgenmaal - galgenstrop - galgje - gallicisme - galon - ganglion - gangpad - gangreen
gap[muokkaa]
gas[muokkaa]
gastralgie - gastritis - gastro-duodenaal - gastro-enteritis - gastro-intestinaal - gastro-oesofageaal
gaz[muokkaa]
ge[muokkaa]
geb[muokkaa]
gebaar - gebalanceerd - gebeurtenis - geboorteregister - geboortig - geboren - geboren worden - gebouwen - gebrek - gebruik maken - gebruik maken van - gebruikelijk
ged[muokkaa]
gedeelte - gedeeltelijk - gedegen - gedrag - gedragen - geduld - gedurende - gedwongen
gee[muokkaa]
geelbruin - geeloranje - geelzucht - geenszins - geep - geest - geestdrift - geestelijke - geeuw - geeuwen
geg[muokkaa]
geh[muokkaa]
geheel - geheel en al - geheim - geheugen - gehoorzaam
gei[muokkaa]
gek[muokkaa]
gek - gekkenhuis - gekwetste
gel[muokkaa]
gel - gelden - geldig - gelds - geleden - gelegenheid - geleiding - gelid - geliefde - gelijkaardig - gelijkenis - geloofwaardigheid - gelovig - geluidsboxenfabriekje - geluidshinder - geluidsisolatie - geluidsoverlast - gelukkig
gem[muokkaa]
gember - gemeenten - gemeentes - gemeenzaam - gemenebest - gemoed - gems
gen[muokkaa]
gen - gendel - geneeskunde - geneesmiddel - generaal - generalist - generiek - genetisch - genezen - genezing - geniaal - genies - genitaal - genito-urinair - genocide - genoeg - genoeg hebben - genoeglijk - genoemd - genoom - genotype - genus
geo[muokkaa]
geograaf - geografisch - geologie - geoorde fuut
ger[muokkaa]
gerangschikte - gerbil - gerecht - gerechtigde - gereedschap - gereserveerd - geriater - geriatrie - geriatrisch - gering - germanisme - germicide - geroerd - gerucht - gerundium - geruststellen
ges[muokkaa]
ges - ges-groot - geschieden - geschiedsvervalsing - geschikt - geschubd - gesel - geselen - geslacht - geslachtsdeel - geslachtsgemeenschap - geslachtsorgaan - geslachtsziekte - gesp - gespannen - gespeel - gesproken - gestatie - gestippelde alver - gestoord
get[muokkaa]
getal - getijcentrale - getrouwd - getuigenis
geu[muokkaa]
gev[muokkaa]
geval - gevangen - gevangennemen - gevarieerd - gevecht - gevel - gevlekte lipvis - gevoel - gevoelstemperatuur - gevolg
gew[muokkaa]
gewag - geweer - gewei - geweldig - gewelf - geweten - gewezen - gewicht - gewichtsprocent - gewinnen - gewond - gewone dolfijn - gewone vinvis - gewone zeehond - gewoon worden - gewoon zijn - gewricht
gez[muokkaa]
gezag - gezaghebber - gezond - gezond en wel
gi[muokkaa]
gid[muokkaa]
gie[muokkaa]
giebel - giechelen - giek - gier - gierig - gierigaard - gierigheid - gierst - gierzwaluw
gif[muokkaa]
gif - gifmenger - gifslang - gift - giftand - giftig
gij[muokkaa]
gil[muokkaa]
gin[muokkaa]
gingivitis - gips - giraffe
gis[muokkaa]
gis - gissen - gist - gisterenavond
git[muokkaa]
gl[muokkaa]
gla[muokkaa]
glad - glamour - glasbewassing - glaucoom - glazen
gli[muokkaa]
glijden - glijspiegeling - glijspiegelvlak - glijvlak - glimlach - glimlachen - glimmen - glimworm
glo[muokkaa]
gloeien - gloeilamp - glomerulair - glomerulonephritis - glorie - glorieus - glossarium - glossitis - glossodynie - glottis
glu[muokkaa]
gly[muokkaa]
gn[muokkaa]
gno[muokkaa]
go[muokkaa]
god[muokkaa]
goddelijk - godheid - godsdienst - godslasterlijk - godzijdank
goe[muokkaa]
goed uitkomen - goed voorzien - goedemiddag - goedenavond - goedendag - goedvinden - goeiig - goeroe - goesting
gok[muokkaa]
gol[muokkaa]
gon[muokkaa]
gonadaal - gonadotroop - gondel - gong - gonioscopie
goo[muokkaa]
gor[muokkaa]
gordel - gordeldier - gordijn - gordijnen - gors - gort - gortepap
got[muokkaa]
gou[muokkaa]
goudblond - goudbrasem - goudbruin - gouden medaille - goudgeel - goudhaantje - goudvink - goudvis
gr[muokkaa]
gra[muokkaa]
graad - graaf - graag gedaan - graan - graat - gradueel - gracht - graecisme - graf - gram - grammatica - grampositief - granaat - granaatappel - grand mal - granula - granulocytopenie - grap - grapefruit - grappig - gras - grasmus - graspieper - grastrimmer - graten - gratis - grauwe gans - grauwe kiekendief - grauwe poon - graveerder - graveerkunst - graveur - graviditeit - gravin - gravitatie
gre[muokkaa]
gri[muokkaa]
griend - griep - griesmeel - griffel - griffier - grijpen - grijsbeige - grijze walvis - grijze zeehond - grind - grip - grizzlybeer
gro[muokkaa]
groeien - groenbeige - groene kikker - groene nachtorchis - groenmout - groeten - grof - grok - grokken - grond - grondbeginsel - gronde - grondgebied - grootboek - grootbrengen - grootje - grootoorvleermuis - grootschoot - grootte - grootzeil - grootzeilschoot - grootzeiltrimmer - grootzeilval - gros - grosella - grot - grote - grote bonte specht - grote burgemeester - grote hersenen - grote ijsvogelvlinder - grote jager - grote mantelmeeuw - grote muggenorchis - grote poolwalvis - grote stern - grutto - gruwelijk - gruwen van - gruzelementen