Wikisanakirja:Artikkelitoiveet/Hollanti/z
Z[muokkaa]
za[muokkaa]
zaa[muokkaa]
zaadbakje - zaadbal - zaaddonor - zaadje - zaadjes - zaadknop - zaadleider - zaadloos - zaagbek - zaagblad - zaagbok - zaagmolen - zaagsel - zaagtand - zaagvis - zaagvormig - zaakgelastigde - zaakvoerder - zaal - zaalsport
zac[muokkaa]
zad[muokkaa]
zag[muokkaa]
zak[muokkaa]
zak - zakboek - zakboekje - zakdoek - zakdoeken - zaken - zakenkabinet - zakenlieden - zakenlui - zakenman - zakenmannen - zakkenroller - zakschaakspel
zal[muokkaa]
zalf - zalmforel - zalmkleurig
zan[muokkaa]
zandbank - zander - zandgeel - zandhaas - zandloper - zandsuppletie - zandvlo - zang - zangeres - zangles - zangzaad - zaniken
zap[muokkaa]
zat[muokkaa]
zav[muokkaa]
ze[muokkaa]
zed[muokkaa]
zee[muokkaa]
zee-eend - zee-egel - zee-engte - zeeaal - zeeanemoon - zeeaquarium - zeearend - zeearm - zeeaster - zeeatlas - zeebaars - zeebanket - zeebenen - zeebestendig - zeebeving - zeebodem - zeebonk - zeebreker - zeecadet - zeedijk - zeeduivel - zeefauna - zeefdruk - zeefje - zeegaand - zeegang - zeegat - zeegevecht - zeegezicht - zeegod - zeegodin - zeegras - zeegroen - zeehaven - zeehond - zeehondenbont - zeehondencrèche - zeehondenjager - zeehoofd - zeekaart - zeekat - zeeklas - zeeklimaat - zeekoe - zeekraal - zeekrab - zeekreeft - zeekust - zeekwal - zeel - zeeleeuw - zeelieden - zeeloods - zeelucht - zeelui - zeeluipaard - zeem - zeemacht - zeeman - zeemanschap - zeemansgraf - zeemanshuis - zeemansknoop - zeemeermin - zeemeeuw - zeemijl - zeemijn - zeemogendheid - zeemonster - zeenatie - zeenimf - zeeniveau - zeeofficier - zeeolifant - zeeoorlog - zeeotter - zeepaard - zeepaardje - zeepaling - zeepbel - zeepolder - zeepost - zeepziederij - zeer - zeeramp - zeerecht - zeereis - zeerob - zeeroof - zeerot - zeeroute - zeerover - zeeroverij - zeeroversnest - zeeschelp - zeeschildpad - zeeschip - zeeschuimen - zeeschuimer - zeeslag - zeeslak - zeesleper - zeesluis - zeespiegel - zeester - zeestorm - zeestrand - zeestroming - zeestroom - zeetong - zeevaarder - zeevaart - zeevaartkunde - zeevaartkundig - zeevaartschool - zeevarend - zeeverbinding - zeeverkenner - zeevers - zeevis - zeevisserij - zeevogel - zeevruchten - zeewaardig - zeewaarts - zeeweg - zeewering - zeewezen - zeewind - zeewolf - zeezeilen - zeeziek - zeezout - zeezwaluw - zeeëgel - zeeëngte
zeg[muokkaa]
zegel - zegen - zegenen - zegevieren - zeggenschap
zei[muokkaa]
zeilberging - zeilbewijs - zeilbewijzen - zeilcanadees - zeilclub - zeilclubje - zeilclubs - zeilcursus - zeilcursusje - zeilcursussen - zeildoek - zeildoeks - zeildoft - zeildoften - zeilelger - zeilelgers - zeilelgertje - zeilen - zeilkamp - zeilkampen - zeilkampje - zeilkar - zeilklaar - zeilletter - zeilletters - zeillettertje - zeilmaker - zeilmakerij - zeilmakerijen - zeilmakerijtje - zeilnummer - zeilnummers - zeilnummertje - zeiloppervlak - zeilplan - zeilplank - zeilpunt - zeilree - zeilschool - zeilsport - zeilster - zeilvaart - zeilvaartuig - zeilvaartuigen - zeilval - zeilvermogen
zek[muokkaa]
zel[muokkaa]
zelden - zeldzaam - zelf - zelfbedieningskapitalisme - zelfde - zelfkant - zelfontspanner - zelfportret - zelfs
zem[muokkaa]
zen[muokkaa]
zendeling - zenden - zenuw - zenuwachtig - zenuwstelsel
zes[muokkaa]
zesde - zeshoek - zeshonderd - zestien
zet[muokkaa]
zet - zèta - zetduiveltje - zetel - zetmeel
zeu[muokkaa]
zev[muokkaa]
zevende - zevenhonderd - zeventien
zi[muokkaa]
zic[muokkaa]
zich afspelen - zich bedenken - zich beklagen - zich bevinden - zich herinneren - zich inschrijven - zich ongerust maken - zich vergissen - zicht - zichtbaar - zichtrekening - zichzelf
zie[muokkaa]
zieke - ziekenzalving - ziekteleer - ziekteverzuim - zielig - ziens - zier
zij[muokkaa]
zijde - zijden - zijderups - zijdevlinder - zijgen - zijkant - zijn best doen - zijnde - zijspan - zijzwaard - zijzwaarden
zil[muokkaa]
zilveren - zilvergrijs - zilverkleurig - zilverwit
zin[muokkaa]
zingende zaag - zinkblende - zinkgeel - zinkstuk - zinloos - zinnen - zinnig - zinsbegoocheling - zintuig - zintuigen
zit[muokkaa]
zitplaats - zittenblijver - zitting - zitvlak
zo[muokkaa]
zoa[muokkaa]
zod[muokkaa]
zodanig - zodat - zode - zodiak - zodoende - zodra
zoe[muokkaa]
zoek - zoetwatervis - zoektocht - zoel - zoen - zoenen - zoet - zoete aardappel - zoetgevooisd - zoethout - zoetwatervis
zog[muokkaa]
zoj[muokkaa]
zol[muokkaa]
zom[muokkaa]
zomen - zomeren - zomerpostzegel - zomers - zomertijd
zon[muokkaa]
zondagsrijder - zonder dat - zondigen - zondvloed - zone - zoniet - zonne-energie - zonnebad - zonnebloemolie - zonnebril - zonnegeel - zonnepaneel - zonnescherm - zonneschijn - zonnestelsel - zonnewende - zonnewijzer - zonnig - zonsondergang - zonsopgang
zoo[muokkaa]
zor[muokkaa]
zorgeloos - zorgen - zorgvuldig
zot[muokkaa]
zou[muokkaa]
zouden - zoutachtig - zouteloos - zouten - zoutgehalte - zoutje - zoutlepeltje - zoutlozing - zoutmeer - zoutpan - zoutvaatje - zoutvat - zoutwater - zoutzuur
zov[muokkaa]
zoë[muokkaa]
zoö[muokkaa]
zu[muokkaa]
zuc[muokkaa]
zui[muokkaa]
zuid - zuidoost - zuidpool - zuidwest - zuidwestelijk - zuigeling - zuiger - zuigerring - zuigerstang - zuigerveer - zuigkap - zuil - zuilenstelsel - zuinig - zuinigheid - zuipen - zuivelproduct - zuiver
zul[muokkaa]
zus[muokkaa]
zuu[muokkaa]
zuurgraad - zuurkast - zuurkool - zuurtje - zuurzak
zw[muokkaa]
zwa[muokkaa]
zwaaien - zwaailicht - zwaar water - zwaardkast - zwaardwalvis - zwaarlijvig - zwaartekracht - zwager - zwak - zwaluw - zwammen - zwanger - zwangerschap - zwartbruin - zwarte zee-eend - zwartgallig - zwartkop - zwavelarm - zwavelgeel
zwe[muokkaa]
zweefvliegen - zweefvlieger - zweefvliegtuig - zweefvliegtuigen - zweefvliegtuigje - zweefvliegtuigjes - zweefvliegveld - zwelgen - zwembroek - zwemvest - zwendel - zweren - zwerfkei - zwerven - zweving
zwi[muokkaa]
zwier - zwijgen - zwijggeld - zwijn - zwijnen - zwingelen - zwingelmolen
zwo[muokkaa]
zwoegen - zwoel - zwoerd - zwol - zwolg - zwom - zwoor - zwoord