Wikisanakirja:Artikkelitoiveet/Hollanti/a

Wikisanakirjasta

aag[muokkaa]

aagje - aagt - aagtappel

aai[muokkaa]

aai - aaibaar - aaibaarheidsfactor

aal[muokkaa]

aalbes - aalbessenstruik - aalmoezenier - aalput - aaltje

aam[muokkaa]

aamborstig

aan[muokkaa]

aan de hand zijn - aanaarden - aanbeeld - aanbelanden - aanbelang - aanbelangen - aanbellen - aanbenen - aanbesteden - aanbesteding - aanbetaling - aanbevelenswaard - aanbevelenswaardig - aanbevelingsbrief - aanbiddelijk - aanbidster - aanbijten - aanbinden - aanblaffen - aanblazen - aanblijven - aanboren - aanbouw - aanbouwen - aanbouwsel - aanbraden - aanbranden - aanbreien - aanbreken - aanbreken - aanbrengpremie - aanbrengst - aandacht - aandacht vestigen op - aandachtsgebied - aandachtspunt - aandachtsstreep - aandachtsveld - aandeelbewijs - aandeelhebber - aandeelhouder - aandeelhoudersvergadering - aandelenkapitaal - aandelenkoers - aandelenmarkt - aandelenoptie - aandelenpakket - aandienen - aandikken - aandoen - aandoening - aandraaien - aandragen - aandrang - aandrijfas - aandrijven - aandrijving - aandringen - aandringen - aandrukken - aanduiden - aandurven - aanduwen - aandweilen - aaneen - aaneenflansen - aaneengehecht - aaneengeschakeld - aaneenhangen - aaneenschakelen - aaneenschakeling - aaneensluiten - aanfloepen - aanfluiting - aangaan - aangaande - aangebonden - aangebonden - aangeboren - aangebrand - aangedaan - aangehuwd - aangeklaagde - aangekleed - aangeknipt - aangelande - aangelegd - aangelegen - aangelegenheid - aangenaam - aangenomen - aangenomen dat - aangenomen kind - aangenomen naam - aangepast - aangeschoten - aangeschreven - aangeslagen - aangestoken - aangetast - aangetrouwd - aangeven - aangewezen - aangezicht - aangezichtspijn - aangezien - aangeërfde - aangieten - aangifte - aangiftebiljet - aangorden - aangrenzend - aangrijnzen - aangrijpen - aangrijpend - aangrijpingspunt - aangroei - aangroeien - aanhaken - aanhalen - aanhalerig - aanhalig - aanhaling - aanhalingsteken - aanhang - aanhangen - aanhanger - aanhangig - aanhangig maken - aanhangmotor - aanhangsel - aanhangwagen - aanhankelijk - aanhankelijkheid - aanharken - aanhechten - aanhechting - aanhef - aanheffen - aanhikken - aanhitsen - aanhoren - aanhorig - aanhorigheid - aanhouden - aanhoudend - aanhouder - aanjagen - aanjager - aankaarten - aanraken

aar[muokkaa]

aar - aardschok

aba[muokkaa]

abactis - abacus - abandonneren - abaxiaal

abb[muokkaa]

abbreviatie

abc[muokkaa]

abc - abc-boek - abces

abd[muokkaa]

abdicatie - abdiceren - abdij - abdiqueren - abdis - abdomen - abdominaal

abe[muokkaa]

abeel - aberrant - aberratie

abi[muokkaa]

abituriënt

abj[muokkaa]

abject

abl[muokkaa]

ablatief - ablaut - ablutie

abn[muokkaa]

abnormaliteit

abo[muokkaa]

abolitie - abolitionist - abominabel - abonnee - abonneenummer - abonnement - abonneren - abortus

abr[muokkaa]

abrasie - abrikoos - abrikozenboom - abrikozenvlaai - abrupt

abs[muokkaa]

absence - absent - absolute genitief - absolutie - absoluut - absorptie - abstinentie - abstract - abstracte - abstractie - abstraheren - absurd

abt[muokkaa]

abt

abu[muokkaa]

abuis

aca[muokkaa]

acacia - academicus - acantholyse

acc[muokkaa]

accent - accentueren - accessoire - accident - accidenteel - accijns - accomodatie - accordeon - accountant - accrediteren - accumulatie - accuratesse

ace[muokkaa]

acethyleen

ach[muokkaa]

acht - achteloos - achteloosheid - achten - achtenswaardig - achteraan - achteraanzicht - achteraf - achterbaks - achterbalkon - achterband - achterblijven - achterbuurt - achterdeel - achterdeur - achterdocht - achterdochtig - achtereenvolgend - achtereenvolgens - achtergrond - achterhalen - achterhoede - achterhoofd - achterkamer - achterkant - achterkleinkind - achterlaten - achterlicht - achterlijf - achterlijk - achterlopen - achterna - achternaam - achterneef - achternicht - achterstallig - achterstandsleerling - achtersteven - achteruitgang - achteruitrijlamp - achtervoegsels - achtervolgen - achterwaarts - achterwerk - achterzak - achterzijde - achthoekig - achthonderd - achting - achtste - achttiende

aci[muokkaa]

aciditeit - acidose

acn[muokkaa]

acne

acr[muokkaa]

acrocyanose - acroniem - acryl

act[muokkaa]

acte - acteur - acteurs - acth - actief - actiegroep - actieradius - actinide - activeren - activiteit

acu[muokkaa]

acustischit - acuut

ad

ada[muokkaa]

adaptatie - adapter - adaxiaal

add[muokkaa]

addictie - additief - additioneel - additivum

ade[muokkaa]

adel - adelaar - adelborst - adellijk - adem - ademhaling - ademloos - adenoom - adept - adequaat - ader

adh[muokkaa]

adhesie

adi[muokkaa]

adieu

adj[muokkaa]

adjectief - adjectivum - adjudant - adjuvans

adm[muokkaa]

administrateur - administratie - administreren - admiraal

adn[muokkaa]

adnexitis

ado[muokkaa]

adolescent - adopteren

adr[muokkaa]

adrenaline - adrenerg - adrenolyticum - adres - adresseren

ads[muokkaa]

adsorberen - adsorptie - adstringerend

adv[muokkaa]

advent - adventskalender - advertentie - advertentiebureau - advies - advies geven - adviseur - advocaat-generaal - advocatuur

aerodynamica - aerofagie - aerofoon - aeroob - aerosol

af en toe

afa[muokkaa]

afasie - afasioloog

afb[muokkaa]

afbeelden - afbeelding - afbestellen - afbestelling - afbetalen - afbetaling - afblijven - afborstelen - afbraak - afbranden - afbreken - afbreuk doen - afbrokkelen - afbuigen

afd[muokkaa]

afdak - afdalen - afdanken - afdekken - afdeling - afdoend - afdragen - afdrijven - afdrogen - afdruipen - afdruiprek - afdruk - afdrukken - afdwalen

aff[muokkaa]

affaire - affakkelen - affiche - affiniteit - affluiten - affuit

afg[muokkaa]

afgaan - afgedragen - afgelast - afgelasten - afgelasting - afgeleefd - afgelopen - afgemat - afgepast - afgescheiden - afgevaardigde - afgeven - afgezaagd - afgezant - afgezien - afgezonderd - afgieten - afgietsel - afgod - afgoderij - afgraven - afgrijselijk - afgrijzen - afgrond - afgunst - afgunstig

afh[muokkaa]

afhaalrestaurant - afhalen - afhandelen - afhandeling - afhangen - afhankelijk

afk[muokkaa]

afkerig maken - afkerig zijn - afketsen - afkeuren - afkeurenswaardig - afkeuring - afkijken - afkluiven - afkoelen - afkoeling - afkoken - afkomen - afkomst - afkomstig - afkondigen - afkondiging - afkorting - afkraken - afkrijgen

afl[muokkaa]

aflaat - afleggen - afleiden - afleiding - afleren - afleveren - aflevering - afloop - aflopen - aflossen - aflossing

afm[muokkaa]

afmaken - afmatten - afmattend - afmelding - afmeting

afn[muokkaa]

afname - afnemen

afp[muokkaa]

afpakken - afpersen - afpersing - afplatten

afr[muokkaa]

afraden - afranselen - afreageren - afreizen - afrekenen - afrekening - afremmen - africhten - afrikaantje - afromen - afronden - afrossing

afs[muokkaa]

afschaffen - afschaffing - afscheiden - afscheiding - afscheidingsbeweging - afscheren - afscheuren - afschieten - afschilferen - afschrijven - afschrijving - afschrikken - afschuw - afschuwelijk - afslaan - afslijten - afsluiten - afsluiting - afsmeken - afsnauwen - afsnijden - afspraak - afspraakje - afspreken - afstaan - afstammeling - afstammen - afstamming - afstemmen - afstempelen - afstoffen - afstompen - afstoten - afstuderen

aft[muokkaa]

aft - aftakelen - afte - afterload - aftocht - aftreden - aftrek - aftrekken - aftrekking - aftreksel

afv[muokkaa]

afvaardigen - afvaart - afvalbak - afvallen - afvallig - afvalligheid - afvalwater - afvalzak - afvegen - afvragen

afw[muokkaa]

afwas - afwasautomaat - afwasmachine - afwassen - afwasser - afwatering - afweer - afweergeschut - afwerken - afwerking - afwezig - afwijken - afwijkend - afwijking - afwijzen - afwijzend - afwikkeling - afwisselen - afwisselend - afwisseling - afzakken

afz[muokkaa]

afzeggen - afzenden - afzender - afzet - afzetgebied - afzetten - afzetter - afzetterij - afzichtelijk - afzien - afzijdig - afzonderen - afzonderlijk - afzuigen - afzuigkap - afzweren

aga[muokkaa]

agaat - agaatgrijs - agalactie - agammaglobulinemie

age[muokkaa]

agens - agent - agentschap

agg[muokkaa]

aggravatie - aggregatie - aggregatietoestand

agi[muokkaa]

agitatie

ago[muokkaa]

agonist

agr[muokkaa]

agranulocytose - agrariër - agressie - agressief - agressiviteit - agronomie

ah

aho[muokkaa]

ahorn

ai

aid[muokkaa]

aids

aim[muokkaa]

aimabel

air[muokkaa]

air - air-conditioned - airconditioner

ake[muokkaa]

akelig - aker

aki[muokkaa]

akinesie

akk[muokkaa]

akker - akkoord gaan

ako[muokkaa]

akoestiek

aks[muokkaa]

aks

akt[muokkaa]

akte - aktentas

ala[muokkaa]

alarm - alarmbel - alarmeren - alarmsignaal

alb[muokkaa]

albast - albatros - album - albumine

alc[muokkaa]

alcoholgebruik - alcoholgehalte - alcoholhoudend - alcoholica - alcoholicus - alcoholisch - alcoholist - alcoholpromillage - alcoholtest - alcoholvrij

ald[muokkaa]

aldoor

ale[muokkaa]

alert

alf[muokkaa]

alfabet

alg[muokkaa]

algazel - algeheel - algemene - algerijns - algoritme

alh[muokkaa]

alhier - alhoewel

ali[muokkaa]

alias - alibi - alice-in-wonderlandsyndroom - alikruik - alimentair - alimentatie - alinea

alk[muokkaa]

alk - alkalien - alkalisch - alkaloid - alkalose - alkaloïde - alkyleren

all[muokkaa]

allebei - alledaags - alleenheerser - alleenvertegenwoordiger - allemaal - allen - allengs - aller - allerbest - allergeen - allergie - allergisch - allerhande - allerlei - allerminst - alles ineens - allesbehalve - alleseter - alleszins - alliantie - allicht - alligator - allochtoon - allooi - allotransplantatie

alm[muokkaa]

almacht - almachtig - almanak

alo[muokkaa]

alom - alopecie

alp[muokkaa]

alpaca - alpengloeien - alpineskiën - alpinisme - alpinist - alpino

als[muokkaa]

als het ware - als slechts - alsem alsmede - alsnog - alsof

alt[muokkaa]

alt - altaarstuk - alternatief - alternatieve schrijfwijze - alterneren - althans - altviool

alu[muokkaa]

aluin

alv[muokkaa]

alvast - alveole - alveolitis - alver - alvorens - alweer

ama[muokkaa]

amalgaam - amandelmelk - amandelspijs - amateur - amazone

amb[muokkaa]

ambacht - ambachtsman - amber - ambetant - ambigu - ambivalent - ambivalente - ambivalentie - amblyopie - ambtelijk - ambulant - ambulante zorg

ame[muokkaa]

amechtig - amen - amenorrhoea - Amerika - amethist - ameublement

amf[muokkaa]

amfibie - amfora - amfoteer

ami[muokkaa]

amine

amm[muokkaa]

ammoniak

amn[muokkaa]

amnesie - amnion

amo[muokkaa]

amoebe - amorf

amp[muokkaa]

amper - amplitude - ampul - amputeren - ampère

amu[muokkaa]

amusant - amuseren

ana[muokkaa]

anaal - anabolisme - anabool - anachoreet - anachronisme - anachronistisch - anaconda - anaeroob - anafylactisch - analepticum - analfabeet - analfabetisme - analgeticum - analoog - analyse - analyseren - anamnese - anarchisme - anastomose - anatomisch - anatoom

and[muokkaa]

ander - andere - anderhalf - andermaal - anders - anders niets - andersom - anderszins - andijvie - andreaskruis - androgenen - andrologie - androloog

ane[muokkaa]

anekdote - anemie - anemoon - anergie - anesthesie - anesthesioloog - anesthesist - anestheticum

ang[muokkaa]

angel - angiitis - angina pectoris - angineus - angio-oedeem - angioneuroticum - anglicisme - angst - angstvallig

anh[muokkaa]

anhydrisch

ani[muokkaa]

anijs - anijszaad - animatie - animeren - anionisch - anisocorie

anj[muokkaa]

anjer

ank[muokkaa]

ankeren

ann[muokkaa]

annexatie - annexeren - annonce - annuleren

ano[muokkaa]

anogenitaal - anomalie - anomie - anoniem - anonimiteit - anorectaal - anorexia - anorganisch - anosmie - anovulair - anoxia - anoxie

ant[muokkaa]

antacidum - antagonist - antecedent - antemeticum - antenne - anterograad - anthelminthicum - anti - anti-acidum - anti-allergisch - anti-angineus - anti-arrhythmicum - anti-asthmaticum - anti-epilepticum - anti-exsudatief - anti-infectieus - anti-inflammatoir - anti-oestrogeen - anti-oxydans - anti-psychoticum - antibacterieel - antibiogram - antibioticatherapie - antibioticum - anticholinergicum - anticoagulans - anticonceptiemiddel - anticonvulsivum - antideeltje - antidepressivum - antidiabeticum - antidiuretisch - antidopaminergisch - antidotum - antiekhandelaar - antifibrinolyticum - antiflogisticum - antifungisch - antigeen - antihistaminicum - antihypertensivum - antilichaam - antimetabolieten - antimicrobieel - antimitoticum - antimycoticum - antineoplastisch - antipathie - antiproliferatief - antiprurigineus - antipyreticum - antiquair - antisemitisme - antisepsis - antisepticum - antislip - antislipband - antispasmodicum - antithese - antitoxine - antitrombotisch - antitumoraal - antitussivum - antiviraal - antivries - antoniem - antracietgrijs - antrax - antropofagie - antropologie - antropoloog - antroponymie - antwoordapparaat - antwoordcoupon - antwoorden - antwoorden op

anu[muokkaa]

anurie

anx[muokkaa]

anxietas - anxiolyticum

aor[muokkaa]

aorta

apa[muokkaa]

apart - apathie

ape[muokkaa]

apen - apenjaren - apennootje - apenstaartje - apenstreek

api[muokkaa]

apin

apl[muokkaa]

aplasie - aplastische anemie

apn[muokkaa]

apnoe

apo[muokkaa]

apocope - apocrief - apologie - aporetisch - apostel - apothema - apotheose

app[muokkaa]

apparatuur - appelbanaan - appelboom - appelboor - appelen - appelmoes - appels - appeltaart - applaudiseren - applaus - applicatie - approximaal

aqu[muokkaa]

aquarel - aquarium - aquosus

ar

ara[muokkaa]

ara - arabesk - arachideolie

arb[muokkaa]

arbeid - arbeiden - arbeider - arbeidersbeweging - arbeidersbuurt - arbeiderswoning - arbeidsaanbod - arbeidsbemiddeling - arbeidsbeurs - arbeidsbureau - arbeidsconflict - arbeidscontract - arbeidsloon - arbeidster - arbeidsvermogen - arbeidzaam - arbitrage

arc[muokkaa]

archaïcum - archaïsch - archeoloog - archetype - archief - archieven - architect - archivaris - archiveren - arctische walvis

are[muokkaa]

are - arena

arg[muokkaa]

argeloos - arglist - arglistig - argument

ari[muokkaa]

aristocraat - aristocratisch - aritmie - aritmogeen

ark[muokkaa]

ark

arm[muokkaa]

arm - armband - armen - armoedig - armzalig

aro[muokkaa]

aromatisch

arr[muokkaa]

arrest - arrestant - arresteren - arriveren - arrogant - arrowroot

art[muokkaa]

artefact - arterieel - arteriografie - arteriolair - arteriosclerose - arterioveneus - articulair - artiest - artieste - artificieel - artikel - artikelen - artikels - artillerie - artillerist - artisjok - artistiek - artralgie - artritis - artropathie - artrose - artsen

asb[muokkaa]

asbest

asc[muokkaa]

asceet - ascites

ase[muokkaa]

asepsis - aseptisch

asf[muokkaa]

asfalteren

asg[muokkaa]

asgrauw

asi[muokkaa]

asiel

aso[muokkaa]

asociaal

asp[muokkaa]

aspecifiek - aspect - asperge - aspiratie - aspirine

ass[muokkaa]

assay - assistent - assistente - assistentie - assisteren - assortiment - assuradeur

ast[muokkaa]

astatium - aster - asthenie - astma - astmatisch - astrologie - astroloog - astronaut - astronomie - astronomisch - astronoom

asy[muokkaa]

asymmetrisch - asymptomatisch - asymptoot - asystolie

at

ata[muokkaa]

ataxie

are[muokkaa]

atelier - aten

ath[muokkaa]

atheromatose - athetose

atl[muokkaa]

atlas - atleet - atletiek - atletisch

atm[muokkaa]

atmosfeer - atmosferisch

ato[muokkaa]

atonie - atoombom - atoomkern - atoommassa - atoomnummer - atopisch - atoxisch

atr[muokkaa]

atriaal - atrioventriculair - atrium - atrofie - attent - attentie - attest - attitude - attributief

atv[muokkaa]

atv - atypisch

au

aub[muokkaa]

aubade - aubergine

aud[muokkaa]

audiotief - audiovisueel - auditief

aug[muokkaa]

augurk

aur[muokkaa]

aura - auraal - auriculair

aus[muokkaa]

auscultatie

aut[muokkaa]

autarkie - auteur - autist - autistisch - auto-immuun - autochtoon - autocraat - automaat - automatie - automatisch - automobiel - automobilist - autonoom - autorijden - autoweg

ave[muokkaa]

averechts

avo[muokkaa]

avocadoboom - avondblad - avonddauw - avondeten - avondmaal - avonturier - avontuurlijk

axi[muokkaa]

axioma

azi[muokkaa]

azijnzuur - azimut

azo[muokkaa]

azoospermie - azotemie

azu[muokkaa]

azuur - azuurblauw