Liite:Verbitaivutus/hollanti/bewerken

Wikisanakirjasta
Nominaalimuodot
infinitiivi bewerken
partisiipin preesens bewerkend
partisiipin perfekti bewerkt
apuverbi hebben
Persoonamuodot
indikatiivi
preesens imperfekti perfekti pluskvamperfekti
pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon.
1. bewerk bewerken 1. bewerkte bewerkten 1. heb bewerkt hebben bewerkt 1. had bewerkt hadden bewerkt
2. bewerk bewerken 2. bewerkte bewerkten 2. hebt bewerkt hebben bewerkt 2. had bewerkt hadden bewerkt
3. bewerk bewerken 3. bewerkte bewerkten 3. heeft bewerkt hebben bewerkt 3. had bewerkt hadden bewerkt
konjunktiivi
preesens imperfekti perfekti pluskvamperfekti
pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon. pers. yks. mon.
1. bewerke bewerken 1. bewerkte bewerkten 1. hebbe bewerkt hebben bewerkt 1. hadde bewerkt hadden bewerkt
2. bewerke bewerken 2. bewerkte bewerkten 2. hebbe bewerkt hebben bewerkt 2. hadde bewerkt hadden bewerkt
3. bewerke bewerken 3. bewerkte bewerkten 3. hebbe bewerkt hebben bewerkt 3. hadde bewerkt hadden bewerkt
imperatiivi
pers. yks. mon.
2. bewerk bewerkt